De Gudronsonsi-Saga is een belangrijke heldensage van de Metrusianen, dat verhaalt over de belevenissen van mythologische figuren. Het speelt in de Metrusiaanse cultuur van de Huekk-Bergen een belangrijke rol.
Verhaal[]
- Er was eens een vrouw zoo schoon als twaalf zonnen, haar huid zo bleek en blank als een teer lelieblad in een helblauwe zee, haar ogen als glansterende poelen van licht in haar schone gelaat. Zij was het kostbaarste bezit van haar ouders maar werd op een treurige dag door een berggeit gestolen, omdat hij haar wilde trouwen, maar ze weigerde dit omdat hij een berggeit was. De berggeit sprak vervolgens over een duivel die hem had verandert in een geit voor zijn vermaak: in werkelijkheid, zo sprak hij, was hij een zoon van de Berggod Ulhándrir. De schone dame weende bitterezoete tranen om het treurig lot van de godenzoon, en haar tranen toverden hem om in zijn oude gedaant. Zij beminden elkaar teder en uit hun nageslacht ontstonden de Metrusianen.
Zo ontstonden dus de Metrusianen volgens hun legendes.